Mindfulness in de wachtkamer

Eén van de 7 intenties, houdingskwaliteiten van mindfulness, is geduld.
“Geduld dient de mens.” “Geduld is een schone zaak”. Deze uitspraken gebruiken we regelmatig in onze taal.

Maar ja, hoe mooi dit ook klinkt… er zijn momenten in het leven dat ik mijn geduld verlies en het mij niet lijkt te gaan dienen en al helemaal geen schone zaak oplevert….
Op het moment dat ik uitgeteld op de bank zit met een kopje thee, nadat ik het hele huis heb gestofzuigd en één van de kinderen komt beneden, maakt een boterham met hagelslag (veel hagelslag!) en eet deze -al lopend- door het huis op, met achter zich latende een spoor van hagelslag, is geduld niet aanwezig in deze woonkamer. Of beter gezegd… niet aanwezig in mijzelf.

Dit voorbeeld hierboven kennen wij allemaal, misschien in een andere vorm; We reageren direct op de situatie en vaak op een boze manier. Met als gevolg, dat mijn kind ook boos gaat reageren. Totaal niet door heeft, weet of zelfs ziet dat ik de kamer schoon had gemaakt. Op zo’n moment zou je eigenlijk tot tien moeten tellen, even een pauze inzetten. De eerste heftigheid neemt daarmee al wat af en na die tien tellen (rustig tellen natuurlijk…) zou je op een rustige en vriendelijke manier kunnen vragen of hij/zij het spoor van hagelslag zou willen opruimen. Je hebt namelijk net schoongemaakt… Je zult zien dat er begrip zal zijn. Geduld is er dan wél, maar niet in die eerste -directe, automatische- reactie.

Zo wordt met regelmaat mijn geduld “getest” wanneer ik in de wachtkamer zit van het ziekenhuis. Het heet niet voor niets wachtkamer, realiseer ik mij elke keer weer. Een ruimte om te wachten. Het wrange in deze situatie is dat je meestal een afspraak hebt. Zelden word ik op de afgesproken tijd binnengeroepen. En dan duurt wachten lang… Want wanneer word je dan wél geroepen?
In zo’n situatie heb ik geleerd om geduldig te blijven. Geduld te beoefenen.
Er is weinig dat ik kan veranderen aan de situatie. Ik kan moeilijk de kamer van de arts binnenlopen en zeggen: “Het is tijd! Het is nu mijn beurt!”
Dus ik probeer zo comfortabel mogelijk te zitten nu ik wachten moet. Ik zit hier toch. Eventueel haal ik een kopje koffie voor mijzelf. Ik heb mijn boek bij me, ik kan wat lezen. Of ik beantwoord mijn mailtjes. De tijd waarin ik wachten moet, kan ik op verschillende manieren invullen. Net wat ik prettig vind.

Het helpt mij soms om in de wachttijd toch iets nuttigs te doen.
En soms mediteer ik. En probeer ik juist niet iets te doen maar alleen maar te zijn. Ik word mij dan gewaar van hoe ik zit en probeer een tijdje mijn ademhaling te volgen.
Ik kan mij boos maken dat ik weer moet wachten, ik kan het de arts kwalijk nemen dat hij uitloopt met zijn spreekuur. Ik kan mij gaan irriteren aan de mensen die ook zitten te wachten en steeds geïrriteerder worden omdat zij het ook lang vinden duren…. Dat helpt mij niet. (en geloof me… daar heb ik even over gedaan om achter te komen).
Er zijn ook momenten dat ik de “wachttijd” gebruik om uit te rusten, even niets te hoeven doen. Meestal heb ik er al een autorit van drie kwartier opzitten, ben ik wat gejaagd, heb ik mij moeten haasten vanaf thuis… Ik kan even zitten en (uit)rusten. Even niet(s) doen.

In de wachtkamer zitten van een ziekenhuis, of bij de tandarts of huisarts… het is een beoefening in mindfulness. Wat merk ik op? Hoe zit ik erbij? Hey, er komt onrust op. Hallo onrust. Ah, daar is ongeduld… Hallo ongeduld. Alles wat er aan ervaringen voorbij komt, merk ik op, benoem ik en daarmee erken ik het.

Soms gebeuren er onverwachte dingen. Een mede patiënt die een gesprekje begint. Een kind in een buggy die aan het brabbelen is en de mensen in de wachtkamer krijgen een lach op hun gezicht, als ze kijken naar het kleine kind.
En als je daar dan zit, mindful, dan zie je soms nog meer dan het oog ziet. De interactie tussen mensen, de energie die iemand uitstraalt. Het verdriet in iemands ogen. Of de drukte die het personeel ervaart. Common humanity… gedeelde menselijkheid. We zitten hier allemaal in dezelfde situatie.

Dan zit ik dus. In de wachtkamer. Mindful. In verbinding met mijzelf en met al deze mensen. En geduld is dan wat ik ben. In dat moment ben ik waar ik ben, ben ik wie ik ben en is het okee. Ook al is de situatie geen aangename en komt ongeduld ook nog wel eens voorbij.

Geduld oefenen leert ons eigenlijk dat we niet elk moment hoeven vol te plannen met activiteiten of leuke dingen om het een waardevol moment te laten zijn. Geduldig zijn is eigenlijk elk moment aanvaarden, er voor openstaan. Weten dat sommige dingen hun tijd nodig hebben. En weten dat het volgende moment weer anders kan zijn.

Ik hoor mijn naam. Ik sta op van mijn stoel en loop richting de arts. Een welgemeende verontschuldiging voor het uitlopen van de tijd volgt. Ik knik. “Het is okee.” En het is écht okee. Ik voel mij rustig, ik ben niet gejaagd, boos of geïrriteerd. De arts is kennelijk wat verbaasd, want zegt nogmaals dat het hem spijt en vervolgt: “Het is niet netjes”.
“U zult het vast niet met opzet doen en in de tussentijd heb ik wat kunnen lezen in mijn boek,” zeg ik. De arts lijkt wat te ontspannen en er ontstaat een gesprekje over mijn boek.

Hoe anders was dit gesprek geweest als ik boos en ongeduldig was geweest? Had de arts misschien wel gereageerd op mijn boosheid…
Geduld brengt rust. En zoals Jon Kabat-Zinn zegt: “Geduld is een vorm van wijsheid.”

Scroll to Top